Nieuwerkerker Rick Ketting (27) speelde in de jeugd van Sparta met misschien wel 100 andere jeugdspelers. Van al die jongens zijn er maar drie die een carrière hebben opgebouwd in het voetbal. Hoogte- en dieptepunten en een Fins voetbalavontuur brachten Rick bij VVV in Venlo, waar hij als aanvoerder met de club probeert promotie af te dwingen. “We spelen dit jaar beter voetbal dan vorig jaar. Vorig jaar waren we dichtbij promotie. In de play offs schakelden we Willem II uit en kwamen we tot penalty’s tegen de uiteindelijke promovendus Almere City. Ondanks de uitdagende financiële situatie van de club hebben we de ambitie om het dit seizoen beter te doen. De competitie is erg competitief en we staan slechts 6 punten van de huidige koploper, dus alles is nog mogelijk.”
Rick’s oma hielp rond de eeuwwisseling in de kantine van vv Nieuwerkerk en via haar contacten mocht Rick al bij de F6 meedoen toen hij nog geen vijf jaar was. Daarna speelde Rick in de F0, de F-pupillen en in de E-top. “Ik moet best graven in mijn geheugen met wie ik toen speelde. Wout van Driel was trainer bij de mini’s, ik speelde ook nog met Wout’s dochter Gabriella. Danny de Klerk was trainer toen ik met zijn zoon Moreno speelde, dat weet ik ook nog wel. Met de E-top gingen we onder leiding van Gerard de Geus versneld op een groot veld spelen. We werden kampioen met dat team en ik werd door Sparta gescout in dat jaar.
De eerste stappen in het voetbal waren bij vv Nieuwerkerk, maar Sparta werd zijn jeugdclub waar hij debuteerde in het betaalde voetbal. “Justin Spruijt en Stefan van der Vlegel uit Nieuwerkerk speelden ook bij Sparta. Onze ouders brachten ons om de beurt naar Sparta. Mijn moeder zorgde er altijd voor dat ik weer bij Sparta kwam. Hoeveel kilometer zij voor mij toentertijd heeft gereden is ongekend, daar ben ik haar nog altijd dankbaar voor. Bij Sparta was ik nooit het grootste talent, maar ik was toch altijd een vaste waarde. Toen ik mijn VWO-diploma had gehaald stond ik voor een belangrijke keuze: of studeren of door met voetbal. Kort nadat ik dat dilemma bij Sparta had neergelegd, kreeg ik mijn eerste profcontract aangeboden. Gert Kruys liet me debuteren in de Jupiler League, het jaar erna kwam Alex Pastoor, een heel ander type. In zijn eerste jaar misten we nog de play offs, maar in zijn tweede seizoen werden we kampioen van de Jupiler League. Ik kon Eredivisie spelen.”
“Uiteraard kwamen er spelers bij na de promotie. Op mijn positie stonden al Michel Breuer en Rick van Drongelen. David Mendes da Silva en Bart Vriends kwamen erbij. Ik was op dat moment nog niet klaar om basisspeler te zijn in de Eredivisie, maar ik vond het geweldig om erbij te zijn, om in al die stadions te komen. Pas jaren later in Finland heb ik mij echt ontwikkeld tot de speler die ik nu ben en heb ik geleerd hoe voetbal in elkaar steekt en heb ik het inzicht ontwikkeld dat ik nodig had om een belangrijke waarde te worden.
“Ik heb het voetbal in mijn negen profjaren enorm zien veranderen en ben het zelf ook anders gaan beleven. Toen ik startte kwam je een uurtje voor de training op de club en bestond de gemiddelde training uit een warming up, een rondo, een positiespel en partijtjes. Dat is nu niet meer voor te stellen. We worden in alles begeleid en de begeleiding die je mist, zoek je elders. Elke morgen ontbijten we op de club, we kijken samen en individueel naar beelden en doen krachttraining. Voor de training gaan we eerst pre-activatie oefeningen doen, zoals fietsen, rekken en core-oefeningen om het lichaam klaar te maken voor de training, pas dan gaan we het veld op. De trainers en staf zijn tactisch veel beter geworden. Ik heb ook een trainer gehad die in de wedstrijdbespreking alleen maar zei dat we erop moesten klappen en dat hij minimaal vijf gele kaarten wilde zien. Gelukkig kan dat nu echt niet meer.”
“In het Eredivisiejaar speelde ik maar één wedstrijd. Om aan spelen toe te komen ging ik naar Go Ahead Eagles, dat Jupiler League speelde. De omstandigheden waren top. Leuke stad, prachtige club met een mooi stadion en een leuk team, maar qua voetbal werd het niet wat ik ervan verwachtte. Ondanks dat ik alles speelde haalde ik niet mijn gewenste niveau, waren de resultaten dramatisch en werd de trainer vroegtijdig ontslagen. In de daaropvolgende zomer kwam John Stegeman als nieuwe trainer en daarbij een lading nieuwe spelers. Al voor het seizoen begon werd duidelijk dat ik niet in zijn plannen voorkwam. Ik heb er dat half jaar dat ik er nog zat alles aan gedaan om me te bewijzen, wat helaas niet gelukt is. Toen ik uiteindelijk niet meer in de kleedkamer van het eerste mocht plaatsnemen, begon ik te twijfelen aan het hele profbestaan. Ik overwoog zelfs met voetballen te stoppen, tot ik werd benaderd door een Zweedse zaakwaarnemer. Een Finse club waarvan ik nog nooit gehoord had was geïnteresseerd en drie dagen later zat ik in het vliegtuig.”
“Voetbal is soms een rollercoaster van emotie. Na een slechte wedstrijd of een beslissende fout kun je echt even in de put zitten. Als je niet speelt of geblesseerd bent gaat dat in je hoofd zitten. Als aanvoerder probeer ik zaken van de positieve kant te benaderen, al weet ik ook dat positieve woorden in emotioneel lastige momenten niet direct aanslaan. Ik heb mijn bachelor Psychologie behaald op de Open Universiteit naast het voetballen, dus op zich heb ik wel enige bagage voor zulke gesprekken, maar theorie en praktijk lopen alleen niet altijd synchroon. Daarom probeer ik als aanvoerder altijd het goede voorbeeld te geven gedurende de trainingsweek en op de wedstrijddag. Ik kan niet boos worden op anderen, alleen op mezelf. Daar zit nog wel een ontwikkelpunt, al zal ik altijd dichtbij mezelf blijven.”
De Finse club was IFK Mariehamn, gelegen op het eiland Åland tussen Zweden en Finland in. “Een wereldreis om er te komen. Na de eerste proeftraining in een indoorhal vertelde de trainer dat hij me graag wilde hebben. Ik had het nodig, de bevestiging dat ik kon voetballen en dat ik ergens gewenst was, dus ik tekende er snel. Het was een kleine, amateuristische club in een stadje waar het elke dag autoloze zondag leek. Voor uitwedstrijden gingen we met de nachtboot naar het vasteland. Mede daardoor ontstond er een hecht familiegevoel in het team, want je was op elkaar aangewezen op de boot. We sliepen met vier man in een cabine en zaten de overige uren in een van de vele restaurants, bars of andere ruimtes die de boot te bieden had. Want dat was er allemaal wel, er voeren grote cruiseschepen heen en weer.”
“Ik vond het plezier in voetbal helemaal terug en maakte vrienden voor het leven. Het leek wel één lang zomerkamp. De resultaten waren ook prima, want we speelden de beker- en de play off finale. Die verloren we helaas wel allebei. De club bood een mentorfamilie aan om meer te leren van het leven op het eiland. Tove werd mijn mentor, zij was manager op een lokale bank en nodigde me een van de eerste keren met Pasen uit bij haar familie. Sindsdien ben ik in die familie opgenomen. Toen ik later op het vasteland van Finland speelde en door Corona het land niet uit mocht, ging ik regelmatig terug naar het eiland en dan sliep ik bij de familie in huis. Dat is één van vele mooie dingen die ik overgehouden heb aan mijn avontuur in Finland.”
“Met gemengde gevoelens maakte ik de overstap naar Inter Turku op het vasteland van Finland. Die club was groter en speelde Europees voetbal. Onder de Spaanse trainer José Riveiro leerde ik echt voetballen. De technische staf onder leiding van Riveiro was echt top qua werkethiek, kennis, voetbaldetails en beleving. Ik werd benoemd tot een van de aanvoerders en speelde echt goed. Het was wel coronatijd, dat maakte de seizoenen anders. Een voetbalseizoen in Finland is op zich al anders. Je begint in januari met een voorbereiding van drie maanden en speelt dan van april tot en met oktober aan een stuk door.”
“Finland had me veel gebracht, de ommekeer in mijn carrière, vriendschappen én de relatie met mijn Finse vriendin. Ik spreek trouwens nog steeds geen woord Fins, die taal is echt heel moeilijk. Toen trainer Riveiro vertrok bij Inter Turku, stond ik ook open voor een nieuwe stap in mijn carrière. Dat kon overal ter wereld zijn. Een nieuwe stap kan zijn om het sportieve plaatje, maar ook om het avontuur. Ik wacht af welke mogelijkheden op mijn pad komen en kijk dan vooral naar de positieve aspecten ervan. Het plaatje dat VVV Venlo in de zomer van 2022 voorspiegelde paste goed bij de situatie waarin ik op dat moment zat. Ik had een goede kans om veel te spelen, ik kon me weer bewijzen in de Nederlandse competitie en het is nu maar twee uur rijden naar Nieuwerkerk. Daar wonen mijn ouders nog steeds in het huis waar ik ben opgegroeid. Mijn zus woont hier ook vlakbij in Rotterdam. Ik zit nu in mijn tweede jaar en heb daarna nog een contract voor een jaar. Ik zie wel wat de toekomst erna brengt. Ik ben in voor avonturen, een goede balans tussen voetballen op een goed niveau en een inspirerende omgeving. Ik weet inmiddels dat ik er altijd wat van ga maken.”