Fietsverlichting en reflectie op een fiets: wat zijn de regels?
Als fietser moet je in het donker en bij slecht zicht goed werkende, niet knipperende voor- en achterlichten voeren. Je mag hiervoor ook losse lampjes gebruiken. Ook moet de fiets reflectoren hebben op de achterkant, trappers en velgen of banden.
Regels voor vaste fietsverlichting
wit of geel licht voor; rood licht achter;
de lampen moeten recht vooruit en recht achteruit schijnen; de lampen mogen niet knipperen.
Een fiets met 2 voorwielen moet aan de voorkant 2 witte of gele lampen hebben.
Regels voor losse lampjes op een fiets of kleding
wit of geel licht voor;
rood licht achter;
de losse lampjes mogen alleen op het bovenlichaam. Dus niet op je hoofd, armen of benen; je mag losse lampjes bevestigen aan je kleding of op je tas;
losse lampjes moeten goed zichtbaar zijn. Er mag dus niets voor of overheen hangen;
losse lampjes moeten recht vooruit en recht achteruit schijnen, ze mogen niet knipperen en niet te veel bewegen.
Regels voor reflectie op een fiets
een rode reflector (niet driehoek) op de achterkant van de fiets; gele reflectoren op de trappers (voor en achter, links en rechts);
witte of gele reflectoren op de wielen (velgen) of witte reflectiestrepen op de banden.
Richtingaanwijzers op een fiets
Een fiets mag 2 ambergele richtingaanwijzers hebben aan de voorkant en achterkant.
Boetes voor rijden zonder licht en reflectie
Je kunt een boete krijgen als:
het voor- en of achterlicht van je fiets niet brandt als je in het donker, schemer of bij slecht zicht fietst (de verlichting kan wel aanstaan, maar toch niet branden door bijv. een kapot lampje)
55,= Euro (excl. administratiekosten)
je fietst zonder reflectoren op de achterkant, trappers en wielen (velgen) of banden van je fiets.
35,= Euro (excl. administratiekosten)
het fietslicht een afwijkende kleur heeft, knippert of als je het op een verkeerde plek hebt bevestigd.
55,= Euro (excl. administratiekosten)
(Per 1 januari 2021 kan het boetebedrag wijzigen)