‘Onze kinderen Jesse en Sofie zijn opgegroeid met Bart als hun boegbeeld. Ze waren erbij toen Bart met een titel afscheid nam van het eerste elftal van Nieuwerkerk. Sofie wil nu nog steeds Bart’s nummer 17 als ze een nieuw voetbalshirt krijgt.’ Lisa Jansen-Slob is trots op haar jongere broer Bart die jarenlang aanvoerder was van Nieuwerkerk 1 en kon zelf ook goed voetballen. ‘Ik speelde tot mijn 16e bij Nieuwerkerk. De eerste jaren bij de meiden en daarna tussen de jongens. Na een uitstapje van een half jaar naar de vrouwen van Groeneweg stapte ik over naar RVVH dat op het hoogste niveau in Nederland speelde. De Eredivisie was er nog niet, dus de internationals van toen speelden in de Hoofdklasse. Leonne Stentler ken je vast wel, ze is nu analist bij de NOS. Manon Melis was ook een grote naam en van Nieuwerkerk kwam de ex-international Merel Snoeck. Ik vind het mooi om te zien dat de meiden van nu kunnen en mogen dromen van het spelen bij een profclub en het spelen in volle stadions.’
‘Voetbal en vv Nieuwerkerk speelden altijd een grote rol toen ik opgroeide. Mijn ouders en Bart deden en doen veel voor de club. Nu heb ik zelf zo’n gezin. Ik train samen met Michael Meeles de MO11-1, waarin mijn dochter Sofie speelt en mijn man Michael Jansen traint de JO23-3. Jesse speelt in de JO13-2, dus je je kunt je vast voorstellen hoe bij ons de trainingsavonden en de zaterdagen eruitzien. We zijn een echt voetbalgezin.’
‘Ik werk in de kinderopvang bij gro-up. Vanuit de praktijk als locatiemanager ben ik overgestapt naar de beleids- en procesmatige kant. Daar zorg ik er voor dat beleid en werkwijzen gelijkgetrokken worden. gro-up bestaat namelijk nog niet zo lang, verschillende organisaties hebben in 2022 hun krachten gebundeld en zijn onder één naam verder gegaan. Beleidsvoorstellen kunnen gaan over vervoer met de kinderen onderweg of over het gebruik van toestellen in de gymzaal. Ik ben er een voorstander van dat kinderen niet te beschermd worden opgevoed en leren vallen en opstaan, maar in een organisatie voor kinderopvang hebben we natuurlijk wel kaders nodig om dat in goede banen te leiden.’
‘Het meidenvoetbal is bij vv Nieuwerkerk enorm verbeterd sinds ik vroeger speelde. Ik help graag mee om het naar een nog hoger niveau te brengen. Dat is best puzzelen. De MO11-1 speelt op het hoogste niveau en heeft zelfs daar eigenlijk weinig weerstand. Vorig seizoen zijn we na twee fases in een jongenscompetitie gaan spelen en daar werden we ook kampioen, van zulke wedstrijden worden de meiden ook niet echt beter. Pas in de laatste fase kregen we in de 4e klasse goede weerstand, maar wordt heel ander voetbal gespeeld. Niet de opbouw en passing die wij willen spelen, maar voetbal op kracht en met lange ballen. Dit seizoen speelt ook Feyenoord met een MO11-team. Daar kunnen we ons mooi aan meten.’
‘De KNVB stimuleert dat meiden tot en met 11 jaar bij de jongens spelen. Dat is voor hun voetbalontwikkeling beter, want je kunt de teams meer indelen op niveau. Niet alle meiden willen dit. Die vinden vriendinnen en gezelligheid misschien wel net zo belangrijk als het sportieve aspect. Ik speelde ook lang bij de jongens en moest echt omschakelen toen ik bij Groeneweg in een vrouwencompetitie ging spelen. Mijn eerste drie schouderduwen werden allemaal afgefloten, de scheidsrechter vond het te ruig. Ik was niet anders gewend, ik moest dat ook wel doen om tussen de jongens te overleven. Ik voetbal nog steeds in de zaal bij HBSS met meiden die ook bij RVVH speelden. Dat is één keer in de week op een doordeweekse avond, die kun je ook nog bij al onze voetbal optellen.’